Verhaal 45 – Boek 5 (door Yva)

Zonnestraaltje

Het was donker en koud in het snarfenbos. Het was donker en koud in het nimphenbos. En het was ook koud in het gnoompjesbos. Maar daar was het niet donker want de gnoompjes zorgen zelf voor verlichting wanneer ze samen schijnen. Voor de rest was heel sprookjesland donker en koud. Behalve in oerieboerie dorp, daar was het erg zonnig, licht en warm. Er hing namelijk een klein zonnetje vlak boven de grond, tussen de paddestoelen huisjes van Xara en Ariebarie in. Wat deed dat kleine zonnetje daar? En waar was de echte, grote zon die altijd zo heerlijk straalt boven in de lucht? Koning Honing de bosnimph kwam aangevlogen met zijn bijen en hij zei: ‘alle bloemetjes in ons nimphenbos hangen er slap bij en het gras ligt zelfs plat. De baby bijen hebben honger want we krijgen geen nectar meer gevonden in de bloemetjes. We hebben de zon nodig. Kunnen we dit mini zonnetje meenemen voor 1 dag? Als het zonnetje onze bloemetjes weer laat stralen dan wordt alles beter.’ Maar Xara vond dat geen goed idee. ‘We kunnen beter het mini zonnetje hier laten en uitzoeken wat er aan de hand is. Kijk naar het zonnetje… die ziet er ook niet goed uit. Je zou bijna zeggen dat het zonnetje aan het huilen is…’ En dat was inderdaad zo. Nu de oerieboeries, de bijen en Koning Honing naar het mini zonnetje keken, zagen ze inderdaad dat het zonnetje er verdrietig uit zag. Xara liep naar het zonnetje toe. ‘Hallo zonnetje. Wij zijn oerieboeries en we willen je graag helpen. Wat is er gebeurd?’ Maar het zonnetje zei niks. Het zonnetje zag er steeds verdrietiger uit en schoot zo nu en dan een klein vuur straaltje, zomaar in het oerieboerie gras. Want dat is wat zonnetjes doen. Het zijn vuurballetjes die door de lucht zweven en de warmte die we voelen van de zon, zijn de stralen van het verre vuur. Maar dit mini zonnetje is nu wel heel dichtbij. En wanneer dit mini zonnetje een traan laat van vuur, dan komen er vonkjes in het gras… ‘Dit gaat niet goed’, zei Xara, ‘als we niks doen dan huilt het zonnetje straks ons hele dorp in brand!’… En op dat moment liet het zonnetje een vuurtraan vallen op het dakje van Ariebaries paddestoel. Ojee. En Koning Honing riep: ‘we moeten het zonnetje terug hoog in de lucht krijgen, want volgens mij is dit zonnetje zo verdrietig doordat ze hier beneden hangt. Zonnetjes horen niet zo laag bij de grond te hangen… Ik ga een ladder zoeken.’ En Koning Honing vloog weg. Een tijdje later kwam hij terug met Prins Samuel en Prinses Millie, en die twee droegen een hele lange ladder. ‘Kijk zonnetje, met deze ladder kan je weer naar boven klimmen’. Maar het zonnetje klom niet. Die heeft natuurlijk geen handjes en voetjes… Prins Samuel probeerde om zelf op de ladder te klimmen en het zonnetje vast te houden. Maar het zonnetje was veel te heet! Die kon je niet zomaar vasthouden. Gelukkig kwam toen Yvana de witte fee er ook aan. Ze zei: ‘Hocus Pocus El, Zonnetje in een Zeepbel..’ Ze blies heel hard en toverde daarmee een grote zeepbel om het zonnetje heen om haar te beschermen tegen de verre reis terug naar boven toe. En samen met Prinses Millie ging de grote zeepbel via de ladder terug naar boven. Bovenaan de ladder duwde de prinses heel hard tegen de grote zeepbel en daardoor vloog het zonnetje nog een heel stuk verder naar boven toe. Terug naar de lucht. Terug naar huis. Het zonnetje huilde nu niet meer. En toen het zonnetje heeeeel hoog was, knalde de zeepbel open en huilde het zonnetje ook geen vuurtranen meer. Die is weer blij nu ze thuis is. Heel sprookjesland werd weer licht en warm en de bloemetjes in het nimphenbos waren ook heel blij dat het zonnetje weer scheen. Oja, en Ariebaries paddestoel? Die had een nieuw dakje nodig, daar gingen Hubo en Gerto knutsel boeries meteen mee aan de slag.