Verloren lichtje
Het was donker bij de minderminnen zee. Pikke donker. Het was namelijk nacht. Heel diep in de nacht, maar de zee was erg rustig. Op de zee dreef een blaadje. Het was een bruin, bedorven blaadje die een beetje opkrulde aan de randen. En op dat blaadje zat een klein gnoompje. Ze had haar knieën opgetrokken en was aan het huilen. In het donker, op de zee, helemaal alleen. Wat zou er aan de hand zijn? Het huilen en snikken was te horen tot diep onder het water. Ella, een mindermin, zwom naar boven toe en ging op zoek naar waar het huilen vandaan kwam. Het was moeilijk te vinden doordat het zo donker was en het huilende gnoompje maar erg klein is. En toch vond Ella haar. Een huilend, lief gnoompje, helemaal alleen. ‘Waarom huil je?’, vroeg de mindermin. Maar het gnoompje gaf geen antwoord. Ze keek alleen eventjes op, en begon toen weer met harde snikken. ‘Ik zal bij je blijven, ik laat je niet alleen drijven op de zee, gnoompje, je bent veilig, laat je tranen maar stromen..’. Ella zou het huilende gnoompje veilig houden en haar helpen, maar ze wist nog steeds niet wat er aan de hand was. Zo bleven ze uren in de donkere nacht bij elkaar in de buurt zonder iets te zeggen. Het gnoompje huilde nu niet meer. Ze voelde zich begrepen. Zonder woorden had ze een nieuwe vriendin gevonden. En toen begon het gnoompje met praten: ‘Hallo, mijn naam is Lin, ik ben mijn lichtje kwijt. Ik kan niet meer stralen’… nu snikte ze weer. ‘Daarom ben ik weggevlogen uit het gnoompjes bos… wat is een gnoompje nou zonder haar lichtje? Ik hoor nergens meer bij’…, en ze begon weer te huilen. Ella, de mindermin, begreep haar. Maar ze kreeg de juiste woorden niet gevonden, dus ze zong haar mooiste minderminnen lied. Ze zong rustig, langzaam en zong de hoogste noten. Het was mooi. En het huilende gnoompje kwam helemaal tot rust. Tot ze in slaap viel. Toen ze slapend op het blad dreef, bleef Ella bij haar in de buurt zwemmen. En toen ze wakker werd, was het alweer licht buiten. Het was al middag en de zon stond hoog aan de hemel. In de verte kwamen er een paar andere gnoompjes aangevlogen. Het waren Charlotte, Sofia, Emma, Levie en Lumie. En toen ze hun sippe vriendinnetje vonden, waren ze zo blij! ‘Hier ben je! We waren je kwijt, Lin. We waren bezorgd en alle gnoompjes en oerieboeries zijn bezig met jou te zoeken. Wat is er aan de hand? Waarom drijf je op zee?’ En Lin vertelde haar verhaal. Dat ze haar lichtje is verloren. En dat ze bang is zonder haar lichtje. En dan vertelt Sofia dat ze het snapt. Ook zij is wel ooit haar lichtje kwijt. En zelfs Lumie herkent het ook. ‘Lin, we zijn gnoompjes, maar we kunnen niet altijd stralen, we zijn allemaal wel ooit onze lichtjes kwijt. En dan na een tijdje, komen onze stralen vanzelf weer terug. En weet je wat? Nu Lin zich zo getroost voelt door Ellas mooie lied en nu ze zich begrepen voelt door haar gnoompje vriendjes… zit er ineens een stralend lichtje op het drijvende blad, op de minderminnen zee.