Gnoompjes in de trollen grot
Xara en Ariebarie hadden al een tijdje niks van de reuze trollen gehoord. Zouden ze nog steeds in de grot zitten? Zouden ze er nog steeds niet uitdurven? Het werd tijd dat de trollen maar eens uit de grotten komen, want volgens mij vonden ze het daar binnen niet zo leuk. Dus ze riepen babydraakje en die vloog met plezier weer met ze mee! Xara had het idee om eerst naar de gnoompjes te vliegen. De grotten zijn erg donker en de vorige keer kon ze wel een lampje gebruiken. En dat vond Ariebarie ook een goed idee. Ze zaten op de rug van babydraakje en vlogen eerst naar het gnoompjesbos. Daar zagen ze Lumie, Charlotte en Sofia al rond fladderen! ‘Hallo’, zei Xara. En de gnoompjes zwaaiden vrolijk naar de oerieboeries. Ariebarie vroeg of de gnoompjes mee wilden helpen in de donkere grot, en daar werden alle gnoompjes erg vrolijk van. Ze willen altijd heel graag helpen. ‘En wat is nou leuker dan in donkere grotten schijnen met onze lampjes?!’ riep Sofia blij. Dit wordt een spannend, maar heel leuk avontuur. Dus Xara en Ariebarie klommen weer boven op de rug van babaydraakje en samen met de gnoompjes vlogen ze helemaal naar de reuze trollen grot, boven op de berg. Lumie vloog als eerst naar binnen. Met zijn lichtje zorgde hij ervoor dat de grotten deze keer helemaal niet zo donker waren. Charlotte en Sofia vlogen ook naar binnen. Babydraakje bleef weer buiten wachten, dat vond ze iets veiliger… En Xara en Ariebarie liepen ook naar binnen toe. Ariebarie struikelde over een steen en tuimelde voorover. Hij viel weer om! Lumie schrok daarvan en liet daardoor zijn lichtje knipperen. Aan, uit, aan uit, aan uit.. maar ojee…. daar werd de reuze trol wakker van! Hij deed zijn grote ogen open en keek naar de gnoompjes. En toen hoorde iedereen de zware stem: ‘Een lampje? Een beestje? Een vliegje? Wat is dit? Waar kijk ik naar?’
Xara vertelde dat dit gnoompjes zijn. Lieve vriendjes en vriendinnetjes met vleugeltjes die licht kunnen geven. En dat vond de trol erg grappig. Met zijn zware stem lachte hij Hah Hah Hah. ‘Eerst laat je me zien dat oerieboeries en draken bevriend met elkaar zijn, en dan komen er ook nog eens gnoompjes bij. Het moet niet gekker worden…’ zei de trol. Maar Xara ging verder, ze zei: ‘We komen kijken of het goed met jullie gaat. Willen jullie niet liever weer ergens anders wonen? De grotten zijn zo donker, en er komt hier nooit iemand!’ En dat vond de reuze trol ook erg grappig. Met zijn zware stem begon hij weer te lachen: ‘Hah hah hah. Er komen hier oerieboeries, draken en gnoompjes. Het is hier aardig druk geworden! Het nieuwe sprookjesland waarin iedereen bevriend is met elkaar klinkt heel interessant, maar wij zijn er nog niet klaar voor. We zijn nu aan de grotten gewend, dit is nu ons thuis.’ En de reuze trol deed zijn grote ogen weer dicht. De kleine lichtjes van de gnoompjes waren toch nog te fel voor hem. ‘Oke!’ riep Xara. ‘Weltrusten grote trol!’
Op de terugweg vlogen alle gnoompjes samen met babydraakje, Xara en Ariebarie weer terug naar oerieboerie dorp. De gnoompjes gingen op de paddestoelen zitten uitrusten. ‘Dat was een gaaf avontuur’, zei Sofia! En Charlotte zei: ‘Ja, zulke grote trollen had ik nog nooit eerder gezien. Ik wist niet eens dat ze in sprookjesland woonden!’ Waarop Lumie zei: ‘We kunnen dit beter geheim houden en niet tegen de andere sprookjesland bewoners vertellen. Volgens mij willen de reuze trollen liever met rust gelaten worden… Als we tegen iedereen vertellen dat daar reuze trollen wonen, dan wilt natuurlijk iedereen gaan kijken.’ En dat vonden ze allemaal een heel goed plan.
Maar wat ze niet wisten, was dat er twee snarfjes achter een boom stonden. Ze hadden alles gehoord! En de snarfen weten nu dus ook dat er reuze trollen in sprookjesland wonen…