Bellen
Prins Samuel was fijn aan het klimmen in de bomen van het paleis. Prinses Millie niet, ze keek vanuit haar slaapkamer raam uit over de tuinen en zag in de verte haar broertje klimmen. Ze bleef een hele tijd kijken om te zien of het wel goed zou gaan. Het ziet er namelijk altijd wel spannend uit wanneer de kleine prins in hoge bomen klimt… alsof hij elk moment naar beneden kan vallen! Maar dat is niet wat er nu gebeurd. Vanuit het raam ziet Millie iets kleurrijks glinsteren. En het vliegt in de lucht vlakbij de prins! Wat zou het zijn en waar komt het vandaan? Dat kon ze niet goed zien. Ondertussen was Prins Samuel nog steeds fijn aan het klimmen, van de ene boom hoppa in de andere boom. Hij pufte en zuchtte, want het was wel zwaar werk om zo hoog te klimmen. En wanneer hij uitblies, kwam daar ineens een kleurrijke bel uit zijn mondje! ‘Oh Wauw’, dacht de prins, ‘dit is net bellenblaas, maar dan zonder stokje!’. Hij blies nog een keer. En daar kwam een hele grote bel. En de zon scheen daar heel mooi op, deze bel kleurde mooi oranje en groen. Prinses Millie keek vanuit de verte en besloot maar eens naar haar broertje toe te gaan. Al die kleurrijke bellen vond ze maar raar. Zou het veilig zijn, of zou het een gemeen plannetje van Svetlaan de gemene heks of misschien van de snarfen zijn? Zou iemand haar broertje pijn willen doen met magische bellen?
Maar het was niks van dat! Eenmaal bij haar broertje aangekomen liet Prins Samuel aan Prinses Millie zien wat hij ineens kon! De prins was er zo trots op. Hij kon kleurrijke bellen ademen! En nu Millie ziet dat Samuel veilig en vrolijk is, kan ze er wel mee lachen. ‘Dat is mooi in de lucht! Kom!’, zegt ze, ‘we gaan dit aan Ariebarie laten zien, en ook aan Xara!’ En dat deden ze. Op de witte paarden reden ze samen helemaal naar oerieboerie dorp. En daar zagen ze hun vriendjes. ‘Kijk naar Prins Samuel! Hij kan bellen ademen!’ En ineens stonden alle oerieboeries om de prins heen. En hij blies een rood-gele bel. En daarna een kleine blauwe. En nog een hele grote met paars en oranje. En alle oerieboeries stonden heel verwondert te kijken. ‘Dat is gaaaaf!’ riepen ze! Maar we kennen allemaal onze vriend Ariebarie. Hij kreeg het idee om een bel te poppen met zijn vinger… hij rende achter een oranje bel aan, stopte zijn vinger er doorheen en opeens begon de gespatte bel te praten. ‘Arie Barie Blije Bel’.
Hee, wat was dat nou? Dit hadden de prins, prinses en alle oerieboeries nog nooit gezien. Wat zou het betekenen? En op dat moment rende het bakkertje ook achter een bel aan. Hij popte een blauw-groene bel, en die zei: ‘Makkertje, Bakkertje, Koek en Cake’. Dat vonden de andere oerieboeries wel grappig. Xara probeerde er ook 1, een roze bel, en die zei: ‘Xaaa, Ra, Denkt, Na.’ En toen was Moon aan de beurt. Ze popte een fel gele bel: ‘Nieuwe, Kleertjes, Schoon bij Moon.’ En dat vond Moon zo een mooi zinnetje dat ze die voortaan boven op haar paddestoelen winkeltje ging schilderen! Prins Samuel was moe geworden van al het bellen ademen. Hij ging samen met zijn zus terug naar het hoge Noorden. Ze stapten op hun witte paarden, alle oerieboeries zwaaiden ze uit en ze reden weg. Onderweg vroeg prinses Millie: ‘Wat zouden de bellen willen zeggen?’ Waarop Prins Samuel zei: ‘Nou, de bellen vertellen gewoon wie ze zijn, wat ze graag doen of wat ze kunnen. Wil jij ook een bel poppen?’ En daar was de prinses toch wel nieuwsgierig naar. Samuel ademde een laatste bel. Millie popte hem en de bel zei: ‘Meisje, Ijsje, Wijsje, Wijsneus’… Daar kon Prins Samuel wel om lachen. ‘Zie je!’ zei hij. ‘Mijn slimme zus is een wijsneus’! Terug in het kasteel aangekomen gingen ze alletwee lekker slapen. Morgen weer een nieuw avontuur.