Verhaal 20 – Boek 5 (Door Yva)

Wat doen snarfen die echt kunnen toveren?

Het is vroeg in de avond. De zon verdwijnt langzaam achter de bomen en het wordt al een beetje donker buiten. In het donkere snarven bos zijn de snarfjes nog allemaal wakker. Twee snarfen spelen met houten stokjes van de bomen. Ze spelen dat ze aan het toveren zijn. Maar snarfjes kunnen niet echt toveren, ze hebben geen magische krachten. Ze kunnen alleen doen alsof! ‘Jij bent een konijn!’ roept de ene snarf terwijl hij met de toverstok zwaait. Maar er gebeurd niks… en dan roept de andere: ‘Jouw haren zijn allemaal paars!’.. hij zwiert met zijn houten stokje en POEF… de snarf heeft nu paarse haren?! Hoe is dat gebeurd? De paarse haren-snarf kijkt naar zichzelf in de glinstering van het modderbad en ziet dat de andere snarf echt heeft getoverd. Hij heeft nu echt paarse haren. En hij gaat zelf nog een keer proberen toveren: ‘Jij hebt kromme tenen!’ … hij zwaait zijn toverstok en ja hoor.. POEF, de andere snarf heeft kromme tenen gekregen, en hij wordt nu heel boos. ‘Jij krijgt flaporen!’… hij zwaait zijn stokje en POEF, de paarse haren snarf, heeft nu ook lange, flaporen… ojee.

Achter de bosjes zit Svetlaan de gemene heks. De snarfjes weten niet dat ze daar verstopt zit. Maar Svetlaan heeft wel een leuke avond. Steeds wanneer 1 van die snarfen probeert te toveren, dan zorgt Svetlaan ervoor dat er echte magie bij komt en tovert ze wat de snarfen wensen. Heel leuk, want die snarfen toveren alleen maar domme dingen… lelijke snarfjes nog lelijker maken, dat vindt svetlaan wel grappig. Ondertussen gaan de snarfen verder met ruzie maken. Want paarse haren, kromme tenen en flaporen. Daar zijn ze echt niet blij mee! ‘Jij krijgt een dikke pukkel op je neus’.. POEF… ‘Jij krijgt twee vlechtjes in je haren alsof je een meisje bent!’ POEF.. ‘Jij krijgt vijf slakken die over je schouders glibberen!’ POEF… Ondertussen zijn de andere snarfen ook aan het kijken. Ze vinden het wel grappig wat er gebeurd en ze gaan zelf ook met houten stokjes proberen te toveren. ‘Sniffel, jij krijgt gekleurde regenboog tanden!’ POEF… ‘Opper snarf, jij krijgt 8 poten alsof je een spin bent!’ POEF… en nu rennen er een hoop snarfen gillend weg, want spinnen vinden ze maar eng. En vooral wanneer het zo een grote opper-snarf-spin is! Sniffel gaat met haar gekleurde regenboog tanden bij haar baby zusje schuilen. Hopelijk is ze hier veilig. Maar daar komt alweer een gemene snarf aan en die roept: ‘Baby snarf, jij gaat vliegen!’ … Sniffel houdt haar zusje stevig vast om haar veilig te houden. Maar dat gaat niet goed. Ze vliegen nu samen door de lucht. Gelukkig vliegen ze richting het zuiden, en daar staat de witte fee Yvana al op ze te wachten. Ze tovert de twee snarfjes uit de lucht en zet ze veilig in het gras. Sniffel legt uit wat er aan de hand is in het snarfenbos en dat ze allemaal kunnen toveren.

Ondertussen is Svetlaan in het snarfenbos wel klaar met haar feestje. Ze is moe en ze gaat naar huis toe. En Svetlaan denkt: zou ik deze magie voor altijd laten gelden? Of zal ik toveren dat alle snarfen weer normaal worden? Veel tijd om na te denken heeft ze niet, want Yvana de witte fee staat ineens achter haar. En Sniffel en babysnarf zitten nog in de gouden glitterkoets. Yvana de witte fee kijkt naar de gemene heks en vraagt om uitleg. En de heks zegt: ‘Ach, het is niks, ik had alleen maar wat plezier… het waren vooral de snarfjes die zichzelf gingen pesten!’… Yvana de witte fee keek boos naar de heks en Svetlaan vertrok naar haar ijspaleis. De witte fee toverde alle snarfen weer normaal en daarna ging iedereen slapen, want het was inmiddels toch echt wel laat geworden.