Verhaal 1Y

Fluitje

Er was eens een betoverd bos, waar alle bomen, bloemen en beestjes elkaar kenden en samen leefden. Maar er was één bijzonder wezen in het bos, een magisch mannetje genaamd Fluitje. Fluitje was bijzonder omdat hij een fluitspeler was die magische muziek kon maken met zijn houten fluit.

Op een dag was Fluitje in het bos aan het wandelen en besloot te gaan zitten bij een beekje. Hij haalde zijn fluitspel uit zijn zak en begon zachtjes te spelen. Plotseling kwamen alle dieren uit het bos naar hem toe om te luisteren. Fluitje speelde een vrolijk liedje en de beestjes dansten en sprongen op en neer.

Na een tijdje besloot Fluitje om een rustiger liedje te spelen. Het was een liedje over verdriet en verlies. Plotseling begonnen de bomen in het bos te bewegen, ze strekten hun takken uit en dansten zachtjes op het liedje. Fluitje was verrast, hij had nog nooit eerder gezien dat de bomen in het betoverde bos bewogen.

Hij besloot om nog een liedje te spelen, dit keer over liefde en vriendschap. De bomen dansten nog steeds, maar nu in een snellere en opgewektere ritme. Fluitje merkte dat zijn muziek het bos tot leven bracht en de bomen en beestjes nog nauwer met elkaar verbond.

Vanaf die dag speelde Fluitje regelmatig in het bos. Hij had ontdekt dat zijn magische muziek het vermogen had om de bomen en beestjes in het bos vrolijk te maken. De bomen groeiden nog sterker en de beestjes werden nog vriendelijker. Het betoverde bos was nog nooit zo gelukkig en harmonieus geweest.

Fluitje besefte dat zijn muziek niet alleen voor het plezier was, maar ook om de bomen en beestjes in het bos samen te brengen en hen te laten zien hoe belangrijk ze voor elkaar waren. Hij bleef spelen, altijd met een lach op zijn gezicht en een lied in zijn hart. En het betoverde bos bleef leven en groeien dankzij de magische muziek van Fluitje, het mannetje dat fluit speelde in het betoverde bos.

En zo eindigt het verhaal over Fluitje, het magische mannetje.