Reuze Trol
Xara en Ariebarie waren samen met babydraakje aan het vliegen. Ze zaten op de rug, hielden zich goed vast en vlogen over heel sprookjesland. Heel in de verte, beneden, zagen ze het snarfenbos, en verschillende kastelen van alle koningen, prinsessen, prinsen en feeën. En daar stonden alle mini-paddestoelen in oerieboerie dorp! Ze vlogen verder en daar zagen ze alle spinnen in het spie-spa-spinnenbos. En daarnaast zag Xara een grote vijver met alle lotusbloemen. En ze dacht: ‘daar was ik ooit verdwaalt samen met mijn vriendinnen gnoompjes, dat lijkt al zo lang geleden, nu weet ik eindelijk waar ik toen was…’
Maar ze vlogen nog een stuk verder en toen zag Ariebarie ineens iets nieuws. En hij riep: ‘kijk daar, wat is dat nou?’ Ze zagen grote voetstappen op een berg. Niet zomaar grote.. maar echt hele super grote voetstappen! Reuze voetstappen! Die hadden de kleine oerieboeries nog nooit gezien. En babydraakje ook niet. ‘Zullen we er naartoe vliegen?’ En dat deden ze. Xara en Ariebarie sprongen van babydraakje af. Ze stonden nu boven op de berg, midden in een reuze voetafdruk. Er pasten wel 100 oerieboerie voetjes in! Of misschien wel 200! Wie zou er zulke grote voeten hebben? En op dat moment begon de berg een beetje te trillen. Ariebarie viel om en Xara moest er van lachen. Tot op het moment dat ze een zware, enge stem hoorden. ‘Wat is er zo grappig, kleine oerieboerie?’ vroeg de stem. Xara keek om zich heen, maar zag niemand. ‘Ik zit hier in de grot, kom maar binnen als je durft’, zei de zware stem. Maar wat hij niet wist, is dat Xara en Ariebarie nergens bang voor zijn. Babydraakje bleef buiten wachten en de oerieboeries liepen samen de grot in.
In de grot was het erg donker. Maar er kwam net genoeg zonlicht om een beetje te kunnen zien. Ze zagen nog steeds niet waar de stem vandaan kwam. Maar toen ineens, zagen ze twee hele grote ogen! Die ogen knipperden langzaam en ze reflecteerden een beetje wit licht in de donkere grot. Wat een reuze ogen! Ariebarie schrok en zette een stapje naar achteren. Hij viel weer om. En daar moest Xara alweer om lachen. De zware stem sprak weer: ‘Ben jij niet bang, oerieboerie meisje?’ En daarop antwoordde Xara: ‘Nee hoor, ik ben niet bang. Wie ben jij en woon je hier?’ En toen was het eventjes stil in de grot. Muisstil. En de zware stem sprak weer: ‘Dit heb ik nog nooit meegemaakt, oerieboerie meisje. Normaal is iedereen altijd bang van ons. Daarom zijn wij, de reuze trollen, hier in de hoge grotten gaan wonen. We wilden niemand meer bang maken in sprookjesland. Maar jij bent de allereerste sprookjesbewoonster die niet bang van ons is! En je bent ook nog eens een piepkleine, inie minie oerieboerie.. zo klein als een konijn! Mijn tanden zijn groten dan jou…’ En dat vond Xara erg interessant. Ze zei: ‘Laat zien dan! Ik wil die tanden wel eens zien. De grot is zo donker dat ik niet eens weet hoe je eruit ziet’. En dat vond de reuze trol wel een goed idee. Hij was al jaren niet meer buiten de grot geweest. Toen hij achter de oerieboeries naar buiten liep, moest hij zijn ogen dichtknijpen tegen het felle zonlicht. En langzaam deed de trol zijn ogen open. Daar zag hij een DRAAK! De trol schrok van babydraakje en wilde wegrennen, en toen struikelde hij over zijn eigen reuze voeten. En de hele berg trilde ervan. En Xara en Ariebarie? Die vonden dat wel grappig en stonden erbij te lachen. ‘Dit is babydraakje, ze is ons drakenvriendinnetje’, zei Xara. En toen begreep de reuze trol dat er veel is verandert in sprookjesland. In alle jaren dat ze hier verstopt zaten in de grotten, zijn de oerieboeries bevriend geraakt met draken! Misschien is sprookjesland zo erg verandert dat de reuze trollen weer op de grond kunnen wonen? Als niemand bang is voor draken, waarom zouden ze dan wel bang zijn van reuze trollen? En toen dacht Ariebarie eventjes na… ‘Maar misschien zouden de reuze trollen per ongeluk op de kastelen van onze prinsen en prinsessen gaan staan en iedereen pletten…’