Er was eens een dag in sprookjesland waarop er iets heel bijzonders gebeurde. De lucht begon te kleuren in de mooiste tinten roze, oranje en paars, en er verscheen een regenboog die wel leek te glinsteren van magie. Xara en Ariebarie keken hun ogen uit en riepen uit: “Wat is er aan de hand?”.
Toen verscheen er een geheimzinnige stem uit het niets. “Sprookjesland heeft jullie hulp nodig,” sprak de stem. “De gemene Svetlaan heeft de magische spiegel van het kasteel gestolen, en zonder die spiegel kan het land niet meer verdedigd worden tegen het duister. Jullie moeten de spiegel terugvinden en terugbrengen naar het kasteel in het Hoge Noorden.”
Xara en Ariebarie keken elkaar aan en wisten dat ze geen moment te verliezen hadden. Ze gingen op pad, langs de miranja rivier en het gnoompjesbos, waar Charlotte en Sofia met ze mee gingen en Lumie voorop vloog. Ze kwamen aan bij de minderminnenzee, waar Leintje hen opwachtte en hen een magische dolfijnenkus gaf voor geluk.
Uiteindelijk kwamen ze aan bij het ijspaleis van Svetlaan, waar ze voorzichtig naar binnen slopen. Ze zagen de spiegel op een troon staan, omringd door vleervlammen die waakten over de heks. Maar net toen Xara en Ariebarie de spiegel wilden pakken, werden ze ontdekt. De vleervlammen vlogen op hen af en het leek alsof alle hoop verloren was.
Toen verscheen er ineens een grote schaduw boven het ijspaleis. Het was Cloudy, het draakje, die haar beste vriendjes kwam redden. Ze vuurde een enorme vuurbal op de vleervlammen af, terwijl Xara en Ariebarie de spiegel pakten en zo snel mogelijk het ijspaleis uitrenden.
Ze renden door het nimfenbos en de minderminnenzee, terwijl ze achtervolgd werden door de vleervlammen. Maar toen verscheen er een prachtige witte eenhoorn, die Xara en Ariebarie en de spiegel op zijn rug nam en zo snel als de wind wegvloog.
Uiteindelijk kwamen ze aan bij het kasteel, waar Prinses Millie en Prins Samuel hen opwachtten. Ze gaven de spiegel terug en er verscheen een magische gloed over sprookjesland. Het land was gered en alle sprookjesbewoners waren blij! En zo leefden ze nog lang en gelukkig, in het prachtige sprookjesland waar alles mogelijk was.