Drakentranen van de drakenpijn
In het betoverde bos is iets vreselijks gebeurd. Alle bomen liggen plat, de bloemen hangen verdrietig omlaag en het gras is bruin. In het midden van het bos ligt er namelijk een draak. Een draak met pijn. De draak laat zoveel tranen dat het hele bos bedorven wordt. Geen enkel vogeltje fluit meer en alle mieren staan stil op de boomstammen. Ze lopen nergens meer naartoe. Drakentranen hebben invloed op alles en iedereen die in de buurt is. Alles wordt sip, alles gaat na een tijdje dood. Maar waar komen die drakentranen toch vandaan? Er is een klein vogeltje die toch nog moed heeft gevonden. Met haar laatste beetje moed en energie vliegt ze naar het kasteel van Prins Samuel en Prinses Millie toe. Daar zingt ze een lied voor het raam en doet Prinses Millie het raam open. Met haar vleugeltjes flappert ze dat de prins en prinses haar moeten volgen. En dat doen ze. En dan zien Millie en Samuel ineens een verdrietige draak in het betoverde bos liggen. Ze krijgen er spontaan zelf ook tranen van in hun ogen. En Millie vraagt: ‘Wat is er aan de hand, draak? Wat is er gebeurd?’ Waarop de draak vertelt dat hij aan het vliegen was en ineens pijn aan zijn vleugel kreeg. Zoveel pijn dat hij naar beneden viel. Zoveel pijn dat hij tranen kreeg en het hele bos donker en bedorven werd. En dan zegt prins Samuel: ‘We gaan je helpen. Kun je met ons meekomen naar ons kasteel? Dat is vlakbij. Je hoeft niet te vliegen, we kunnen je door de bomen een weg wijzen en dan kan je achter ons aan hoppen.’ En zo gebeurde het. Nu ligt de draak met zijn drakentranen en drakenpijn in de grote kelders van het kasteel in het Noorden. Maar wat nu? Hoe kunnen we de draak helpen om van de pijn af te komen? We hebben Leintje het geneesdolfijntje nodig! Leintje kan de draak kussen en dan zou alle pijn verdwijnen. Maar hoe krijgen we Leintje en de draak bij elkaar? Want de draak ligt in het noorden en het dolfijntje zwemt in de zee van het zuiden… en ze kunnen beide niet vliegen…
Daar weet Millie wel wat op: ‘Feeenmagie. Yvana de witte fee en Cobina de tandenfee kunnen ons helpen. En ze sturen er een paar andere draken op uit om de feeen het plan uit te leggen. De feeen Yvana en Cobina willen graag helpen, maar samen zijn ze niet sterk genoeg om een hele dolfijn door de lucht naar het noorden te laten vliegen. We hebben nog een fee of heks nodig! En zo kwam Svetlaan de gemene heks erbij… Svetlaan werd door een draak gevraagd te helpen. Ze is bang van draken en was bang dat als ze nee zou zeggen, ze dan opgegeten zou worden. Svetlaan is een gemene heks, maar ze is wel erg sterk met toverkrachten en magie. Samen met Yvana en Cobina de goede feeen, zouden ze met zijn 3en wel genoeg toverkrachten hebben. En zo gebeurde het dat ze samen gingen werken. De witte fee, de tandenfee en de gemene heks zorgden er samen voor dat Leintje het geneesdolfijntje met een beetje zeewater in een grote zeepbel kwam te zitten. Die zeepbel met het dolfjntje erin, vloog omhoog en zweefde met sterke toverkrachten door de lucht helemaal naar het verre Noorden toe. Helemaal naar het kasteel van Millie en Samuel waar de draak nog steeds drakentranen liet vallen van de pijn.
Ondertussen ging er een andere draak naar Kijzer Abel en Kristelientje de wensvlinder toe om daar hulp te vragen. Want er is een dolfijn onderweg door de lucht! Waar gaan we die dolfijn laten als ze er eindelijk is? Dolfijnen moeten in het water, maar in het kasteel is helemaal geen water. Alleen een klein bad die veel te klein is voor het geneesdolfijntje… Dus Kijzer Abel en Kristelientje bouwen samen met handen en wensen een groot zwembad op het dak van het kasteel van Prins Samuel en Prinses Millie. Dat zwembad wensen ze vol met zeewater. Daar kan Leintje het genees dolfijntje in zwemmen wanneer ze er is.
En al heel snel daarna, toen het zeezwembad klaar was, zagen ze inderdaad een grote zeepbel door de lucht zweven. Met een dolfijn erin! Gevolgd door een gouden glitterkoets waar twee goede feeen en een gemene heks inzaten die alledrie druk bezig waren met toveren.
Leintje het dolfijntje was blij met het zeezwembad op het dak. De feeen en de heks toverden nu de draak met zijn pijnlijke vleugeltje omhoog, naar boven toe, naar het dak waar Leintje was. Dat was moeilijk, want draken zijn zwaar. De toverkrachten waren bijna op, maar gelukkig was de draak nu boven! Daar kwam het dolfijntje snel naar de draak toegezwommen. Ze gaf hem een dolfijnenkus. Een magische kus die de draak meteen hielp. De pijn was verdwenen! De draak kon weer vliegen! Zo blij als hij was, vloog hij de lucht in, maakte salto’s en hij stopte niet meer met glimlachen. En het betoverde bos? Die werd weer helemaal mooi en bloeide snel op toen de draak vrolijk boven het bos vloog. Alle tranen waren verdwenen. Alle pijn is weg.