Verhaal 26 – Boek 5 (Door Yva)

Dromenfluit

In het donkere, betoverde bos woonde er een mannetje. Zijn naam was onbekend. Niemand wist wie hij was of waar hij vandaan kwam. Soms was hij in het betoverde bos, en soms was hij verdwenen. En wanneer hij verdwenen was, kreeg niemand hem ooit gevonden. Het raadselachtige mannetje zat vandaag op een grote paddestoel met een fluit. Hij speelde magische muziek. Steeds wanneer hij door de fluit blies, bewogen de bladeren van de bomen met de muziek mee. Ook de vogeltjes kwamen kijken en de mini miertjes stonden stil op 1 lange rij om naar het magische muziek van de fluit te luisteren. En daar kwam Kristelientje de wensvlinder aangevlogen. Ook zij werd helemaal betoverd door de magische muziek en bleef even stilzitten om te luisteren. Toen het mannetje klaar was met de fluit, bleef iedereen stilzitten en naar het mannetje kijken. Alle beestjes van het betoverde bos hoopten dat het mannetje nog een mooi muziekje zou spelen. Maar dat deed het mannetje niet. Nog niet. Want het mannetje ging iets vertellen. Hij vertelde een verhaal over fijne dromen en boze dromen en dat hij elke avond voordat hij in slaap viel al wist wat hij die nacht zou dromen. Hij kon met zijn magische fluit namelijk fijne dromen toveren over regenboogvissen en aardbeien feestjes. ‘En daarom is deze fluit heel speciaal, het is mijn dromenfluit’. Dus als er iemand zou zijn die soms hele enge, spannende nachtmerries heeft, die kan naar het raadselachtige mannetje in het betoverde bos gaan om te vragen of hij een fijne droom kan toveren. Kristelientje weet nu precies waar het raadselachtige mannetje is. Ze vliegt tussen de bomen door naar het gnoompjesbos en daar vertelt ze het nieuws: ‘Het dromen mannetje is terug! Hij zit in het betoverde bos op een paddestoel onder de grote eik.’ Hetzelfde vertelt ze ook in het oerieboeriedorp, en in drakenland, en ook in het nimphenbos. En wanneer ze terug naar het noorden vliegt, vertelt ze het zelfs aan Prinses Millie en Prins Samuel. Heel sprookjesland is naar het betoverde bos toe gegaan. Iedereen zit in 1 grote cirkel om het raadselachtige dromen mannetje heen. En hij speelt zijn mooiste lied. Hij fluit en zo komen er mooie dromen in de lucht. Steeds wanneer er een droom naar iemand van sprookjesland toezweeft, kan hij de droom uit de luch poppen. Want, bij aanraking van een mooie droom, zal je ’s nachts een hele fijne nacht hebben. Deze nacht zal er niemand van sprookjesland zijn die een enge nachtmerrie krijgt. Het mannetje is klaar met zijn muziek. De sprookjesland bewoners gaan allemaal weer richting huis toe… en nog net op het einde, toen iedereen al weg was, zag Kristelientje de wensvlinder dat het mannetje in het niets verdween. Plof, en weg was hij. ‘Wat een raadselachtig mannetje…’