Verhaal 30 – Boek 4 (Door Yva)

Draken tranen.

Kindjedraakje was niet blij. Op een dag was ze op school en waren de andere draken haar aan het plagen. Ze waren echt gemeen. Ze gingen op haar staart staan, gooiden stokjes tegen haar rug en zeiden dat ze niet goed vuur kan spuwen. ‘Dat weet ik.. dat moet ik nog leren.. daarom zit ik op school.’ dacht kindjedraakje nog. Maar ze werd er heel verdrietig door. Ze wilde niet huilen waar de gemene draken bij waren, dus ze vloog ver omhoog. En ze ging een rondje vliegen. Dat is iets dat zij wel heel goed kon, maar de gemene draken niet! Ze wilde nu graag even alleen zijn en alle tranen over haar wangen laten rollen. Ze vloog en ze vloog. En ze liet haar tranen vliegen. Maar steeds wanneer er een traan in sprookjesland druppelde, werden de bomen donker en hingen de plantjes er ineens heel sip bij. Overal waar de tranen vielen, werden de bladeren bruin en zelfs de paddestoelen verloren hun rode kleur.

De snarfen vonden dat wel mooi. Nu alles er donker uitzag waren de snarfen blij. Behalve Sniffel, want zij houdt wel van kleur en een levend bos vol vrolijke bloemetjes. Ze zag hoog boven de wolken het verdrietige draakje vliegen en ze rende naar Xara toe. In oerieboerie dorp zag ook alles er verloren uit. En zelfs de regenboogvisjes waren hun kleurtjes kwijt en zagen er allemaal grijs uit door de draken tranen die in de miranja rivier vielen. Sniffel vertelde aan Xara wat ze zag, dat het lieve draakje verdrietig is. En dat haar tranen heel sprookjesland veranderen. En Xara ging draakje helpen. Samen met Sniffel zwaaide ze met gekleurde doeken in de lucht zodat draakje dat zou zien.

En dat was gelukt! Draakje vloog naar beneden en kwam bij Sniffel en Xara zitten. Ze huilde nog steeds en haar tranen maakten een bruine, dorre cirkel in het gras. ‘Wat is er aan de hand?’ vraagt Xara. Waarop het draakje alles uitlegt over wat er op school is gebeurd en hoe gemeen de andere draken zijn. En dan vraagt Xara: ‘kunnen de gemene draken ook al zo goed vliegen zoals jij dat kan?’ ‘Nee’, zei het draakje.. ‘we oefenen het elke dag, maar ze komen niet eens de lucht in’. En dan weet Xara het. ‘Ze doen gemeen tegen je omdat ze jaloers zijn! Ze willen net zo goed kunnen vliegen zoals jou!’ Nu voelt ons draakje zich wel een stuk beter. ‘Dat zou best wel eens kunnen. Maar waarom doen ze dan gemeen? Ik kan nog niet vuurspuwen, maar dat leer ik toch vanzelf wel ooit? Zonder gemeen te hoeven doen?’ ‘Tja’, zegt Xara, ‘ik wou dat ik het wist. Soms zijn andere kindjes wel ooit gemeen omdat ze je eigenlijk super cool vinden.’

En ineens werd het gras weer groener onder het draakje. Het huilen was gestopt en in plaats van tranen, zat er nu een dikke glimlach op haar gezicht. En ze had zelf een heel goed idee gekregen! Ze vloog op, zwaaide naar Sniffel en Xara en riep: ‘ik ga de andere draakjes leren vliegen! Ik ga ze vertellen hoe ik dit doe!’ En weg was ze… Alle kleuren kwamen weer terug. De paddestoelen werden weer rood, de visjes kregen weer regenboogkleurtjes, de bloemetjes keken weer naar de zon en de bomen werden weer groen. En dezelfde middag… zagen Sniffel en Xara, draakje vrolijk door de lucht vliegen met een paar andere draakjes achter haar aan!