Verhaal 19 – Boek 4 (Door opa)

niet in mijn HUM. “En wie komt daar nu weer aangesjokt”, vraagt Xara aan Ariebarie, Het is Conny de regenboog-pony, En ze loopt heel langzaam met haar hoofd naar beneden. “Wat is er Conny” vraagt Xara. “Ow niks”, zegt Conny” ik zit alleen niet in mijn HUM:”. “In me wat?” Vraagt Xara. “Nou ik heb gewoon nergens zin in en alles is me teveel, dat noemen de grote mensen : In mijn HUM zijn”. En Conny loopt weer langzaam verder. Xara en Ariebarie snappen er nog steeds niks van, en de rest van de dag gaan ze op zoek naar een HUM om Conny weer wat blijer te krijgen. Ze vragen aan iedereen in het Oerieboerie-dorp of er ergens een HUM ligt, maar er is niemand die dat weet. De allerlaatste aan wie ze het vragen is Kijzer Abel. Die denkt even diep na en zegt:” Ik denk dat jullie het verkeerd gehoord hebben? Want het is niet HUM, maar een hummeltje. En als jullie nu even mijn gras maaien krijgen jullie van mij het mooiste hummeltje dat bestaat”. Nou dat laten Xara en Ariebarie zich geen 2 keer zeggen, ze rennen naar het schuurtje van Kijzer Abel en halen de grasmaaiers. En supersnel is al het gras gemaaid, “Deze hebben jullie verdiend” zegt Kijzer Abel en hij geeft een klein porseleinen beeldje van een meisje op een pony aan Xara en Ariebarie. Het is al bijna donker als Xara en Ariebarie terug in het dorp zijn. Ze lopen naar Conny.: “Hoi Conny, we hebben een verrassing voor jou”. En laten het beeldje zien..”WOOOW is dat voor mij?” roept Conny. “zo iets moois heb ik nog nooit gezien”. Het beeldje staat nu bij Conny op haar slaapkamer en elke keer als ze er naar kijkt wordt ze weer blij, Ze is dus nooit meer uit haar HUM door een hummeltje.